Chemo-immunotherapie met R-CEOP
Interne geneeskunde
Je hebt van je specialist vernomen dat je behandeld gaat worden met chemo-immunotherapie. In deze folder vind je het schema van de kuren en een uitleg over de bijwerkingen.
De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die je al hebt gekregen van je hematoloog en/of de casemanager. Het is bekend dat veel van de informatie die je tijdens de eerste gesprekken over je ziekte en de behandeling krijgt verloren gaat en dat de vragen over behandeling en mogelijk bijwerkingen meestal later komen. Je kunt de informatie thuis rustig nalezen om je voor te bereiden op de behandeling die je gaat krijgen. Vragen kun je stellen bij een volgend bezoek aan de polikliniek of via de uitgereikte telefoonnummers.
Wat is chemotherapie?
Chemotherapie is de behandeling van kanker met medicijnen die de celdeling remmen of stoppen. Er zijn vele soorten chemotherapie. In de meeste gevallen wordt een combinatie van chemotherapie toegediend via een infuus. De middelen worden gedurende een bepaalde periode en via een bepaald schema voorgeschreven. Chemotherapie wordt vaak gecombineerd met andere medicijnen die mogelijke bijwerkingen tegengaan.
Wat is immunotherapie?
Immunotherapie is een behandeling die het afweersysteem stimuleert om kankercellen aan te vallen. Het afweersysteem gaat deze cellen beschouwen als vreemde cellen, net zoals bij bacteriën en virussen. De afweercellen ruimen deze cellen op. De behandeling werkt niet direct op de tumor, maar activeert het afweersysteem.
Behandelplan
De behandeling die je gaat krijgen bestaat uit de combinatie van rituximab, cyclofosfamide, etoposide, vincristine en prednisolon.
1 kuur bestaat uit 3 weken, waarvan je op dag 1 de behandeling krijgt en van dag 2 tot en met 21 rust hebt. Dit noemen we een cyclus. Dit schema herhaalt zich iedere 3 weken. Het aantal cycli wordt met je arts besproken en varieert van 3 tot 8 keer.
Hieronder staat het behandelschema beschreven.
Dag 1
- Rituximab (infuus) - volgens opbouwschema, vanaf tweede toediening 1 uur
- Cyclofosfamide (infuus) - 30 minuten
- Etoposide (infuus) - 60 minuten
- Vincristine (infuus) - 30 minuten
Dag 2 en 3
- Etoposide (capsule)
Dag 4 tot en met 21
- Rust (geen chemokuur)
Naast de chemotherapie krijg je ondersteunende medicatie (o.a. tegen de misselijkheid).
In jouw geval is dat:
- Prednisolon - Dag 1 t/m 5
- Pantozol 40 mg - Dag 1 t/m 5
- Levocetririzine 5 mg - Dag 1
- Paracetamol 1000 mg - Dag 1
- Akynzeo 300 mg - Dag 1, 1 uur voor de chemo (dit mag u thuis innemen)
- Ciproxin 500 mg - Dag 7 t/m 13
- Primperan 10 mg - Indien nodig tegen de misselijkheid, bent u niet misselijk dan hoeft u deze niet te gebruiken.
- Pegfilgastrim 6 mg Injectie (in overleg met hematoloog) - 24-36 uur na de behandeling.
Hoe wordt het toegediend?
De chemotherapie wordt via een infuus in de arm toegediend. Dit gebeurd op de dagbehandeling op de 4e etage (route 96).
Als de kuur klaar is mag je naar huis. Omdat je, zeker bij de eerste keer, niet weet hoe je jezelf voelt, wordt afgeraden op eigen gelegenheid naar huis te gaan. We raden aan dat iemand je haalt en brengt, die persoon mag tijdens de kuur aanwezig zijn.
Bijwerkingen behandeling
Je behandeling heeft niet alleen invloed op kankercellen, maar ook op gezonde cellen in het lichaam. Bij het opstellen van deze lijst is gestreefd naar een volledige weergave van alle bijwerkingen die bij je behandeling op kunnen treden, maar dit houdt niet in dat alle genoemde bijwerkingen zich ook daadwerkelijk zullen voordoen. Het uitblijven van bijwerkingen wil niet zeggen dat de behandeling niet aanslaat. Bijwerkingen kunnen zijn:
- Misselijkheid en braken
- Invloed op het beenmerg
- Smaakverandering
- Vermoeidheid/gebrek aan energie
- Haaruitval
- Diarree / Obstipatie
- Irritatie van het mondslijmvlies;
- Tintelingen en doof gevoel in vingertoppen en tenen (neuropathie)
- Blaasproblemen
- Huidproblemen
- Infecties
Soms moet de chemotherapie uitgesteld worden vanwege de nog niet herstelde bijwerkingen.
Hieronder vindt je een korte uitleg over de bijwerkingen met eventuele tips en adviezen. Daarbij is gebruik gemaakt van de website www.bijwerkingenbijkanker.nl. Op verzoek kan de casemanager hiervan een print maken.
Misselijkheid en braken
Misselijkheid en braken wordt veroorzaakt door de invloed van de behandeling op het maagdarmkanaal en/of door stimulatie van het braakcentrum in de hersenen. De mate waarin misselijkheid voorkomt, verschilt van persoon tot persoon, zelfs bij dezelfde kuur. Misselijkheid en braken kunnen direct na de toediening optreden en aanhouden tot enkele dagen na de kuur. Er zijn goede medicijnen waarmee dit kan worden voorkomen of verminderd. In het ziekenhuis krijg je die toegediend via het infuus of per tablet. Voor thuis krijg je van de hematoloog een recept mee, voor medicijnen tegen de misselijkheid. Het is belangrijk dat je deze medicijnen volgens voorschrift gebruikt.
Adviezen bij misselijkheid:
- Voldoende drinken: 2 liter per dag (14 glazen). Probeer niet alleen water te drinken, maar wissel dit af met bijvoorbeeld bouillon, limonade, melkproducten, vruchtensap of groentesap.
- Gebruik regelmatig een kleine maaltijd, maar forceer het eten niet. Eet niet meer dan je kunt.
- Wanneer je weinig eet en drinkt kun je soms juist meer last krijgen van een ziek en misselijk gevoel vanwege een lege maag.
- Wanneer je tijdens de opname last krijgt van misselijkheid, is het goed dit tijdig aan de verpleegkundige te melden zodat je extra medicijnen kunt krijgen om verergering te voorkomen.
Op www.voedingenkankerinfo.nl vind je tips en adviezen omtrent misselijkheid en braken bij chemotherapie.
Invloed op de werking van het beenmerg
Door minder aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan er een tekort ontstaan aan verschillende bloedcellen. Deze bloedcellen zijn: rode bloedcellen (erytrocyten), witte bloedcellen (leukocyten) en bloedplaatjes (trombocyten). Deze remming van de aanmaak van bloedcellen is tijdelijk van aard. Je kunt zelf niets doen om dit te voorkomen of te veranderen.
- Een verminderd aantal rode bloedcellen geeft kans op bloedarmoede. Verschijnselen hiervan zijn onder andere vermoeidheid, kortademigheid en duizeligheid.
- Een verminderd aantal witte bloedcellen geeft een verhoogde kans op infecties. Ongeveer tussen de tiende en de vijftiende dag na het starten van de kuur is het aantal leukocyten het laagst. Men noemt dit de dipperiode. Je kunt niets doen om deze dipperiode tegen te gaan. Een infectie is te herkennen aan een temperatuur van 38,5ºC of hoger eventueel samen met koude rillingen. Ook een temperatuur rond 38°C gedurende langer dan 6 uur kan wijzen op een infectie.
Je kunt de kans op infectie verkleinen door te zorgen voor een goede lichaamshygiëne, ga niet in de sauna of stoombad en controleer eventuele wondjes op ontstekingsverschijnselen. Vermijd contact met mensen die bijvoorbeeld verkouden zijn. Iedere dag de temperatuur meten is niet nodig. Meet de temperatuur onder de arm of met een oor thermometer. Door rectaal gebruik van de thermometer kan er beschadiging van slijmvlies optreden met bloeding tot gevolg. - Een verminderd aantal bloedplaatjes geeft een verhoogde kans op blauwe plekken, een bloedneus en bloedend tandvlees. Ook kan het bloedverlies tijdens de menstruatie heviger zijn dan je normaal gewend bent.
Diarree
Door de behandeling kun je diarree krijgen. Diarree is een waterige dunne ontlasting meer dan vier keer per dag. De opname van vocht is dan verstoord door irritatie van het slijmvlies van de darm en een verandering in de stofwisseling van de dunne darm. Als je diarree hebt worden voedingsstoffen in de darmen minder goed opgenomen.
Klachten die hiermee gepaard kunnen gaan:
- Buikpijn/ buikkrampen
- Frequente aandrang
- Dunne ontlasting
- Veranderde kleur van de ontlasting
- Overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen
- Pijn en huidirritatie van het gebied rond de anus
- Droge mond en droge huid
- Donkere urine en veel minder vaak plassen
Advies:
Wanneer je last hebt van diarree is het belangrijk dat je veel drinkt om het vochtverlies aan te vullen. Bij de volgende klachten moet je contact opnemen met het ziekenhuis:
- Diarree die langer dan 24 uur aanhoudt
- Bloed bij de ontlasting
- Diarree in combinatie met braken
- Donkere urine en minder vaak plassen
Op www.voedingenkankerinfo.nl/voedingstips-bij-diarree vind je meer tips en adviezen met betrekking tot diarree bij chemotherapie
Obstipatie (harde ontlasting en/of verstopping)
Door de behandeling kun je last krijgen van verstopping van de darmen. Klachten hierbij zijn:
- Harde en droge ontlasting
- Persen bij stoelgang
- Opgezette buik
- Buikpijn/darmkrampen
- Verminderde eetlust door vol gevoel
Iedereen heeft een ander ontlastingspatroon. In verband met de behandeling die je krijgt, is het echter belangrijk dat je ontlastingspatroon niet te veel gaat afwijken van het patroon dat je voor de behandeling had.
Advies:
Het is belangrijk dat je voldoende drinkt, vezels eet en beweegt. Als je 3 dagen geen ontlasting gehad heeft, moet je contact opnemen met het ziekenhuis. Dan kunnen er medicijnen voorgeschreven worden om dit te verhelpen.
Op www.voedingenkankerinfo.nl/voedingstips-bij-verstopping/ vind je meer tips en adviezen bij verstopping bij chemotherapie.
Smaak- en reukverandering
Smaakverandering of smaakvermindering is in de meeste gevallen tijdelijk van aard. Eten dat je anders lekker vond smaakt nu niet meer en eten dat je normaal gesproken niet lekker vond smaakt je nu misschien juist wel. Je kunt daarom wat met de voeding experimenteren om uit te vinden welke voeding het beste bij je veranderde smaak past.
Op www.voedingenkankerinfo.nl/praktische-voedingstips-bij-smaak-en-reukveranderingen vind je tips en adviezen omtrent smaak- en reukverandering bij chemotherapie.
Huidproblemen
Door de behandeling kan de huid geïrriteerd raken.
Gevoelig zijn voor zonlicht
Sommige medicijnen bevatten gevoelige stoffen die reageren op zonnestraling of op ultraviolette straling van een zonnebank. Bij blootstelling aan de zon of zonnebank treedt dan een abnormale reactie van de huid op. Deze reactie wordt lichtovergevoeligheid of fotosensibilisatie genoemd. Blootstelling aan zonlicht kan huiduitslag, jeuk, blaasjes, roodheid en andere verkleuring van de huid of ernstige verbranding door de zon geven. De klachten kunnen direct optreden of later, maar binnen 48 uur.
Advies:
- Meld je klachten bij je arts. Blijf zoveel mogelijk uit de zon, met name tussen 10.00 en 15.00 uur.
- Draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril, smeer zonnebrandmiddel op met een sunblock van minimaal factor 30, gebruik lippenbalsem met minstens factor 30. Ga niet onder de zonnebank.
Huidverkleuring
Door de behandeling kan je huid en/of nagels verkleuren. Klachten bij verkleuring kunnen zijn:
- tijdens de behandeling kan de huid vaal geel zijn. Dat verdwijnt als de behandeling is gestopt
- bij een lichte huid kunnen donkere vlekjes ontstaan door extra pigment in de huid
- bij een donkere huid kunnen lichte vlekken in de huid ontstaan door het verdwijnen van pigment
- donkere verkleuring van de bloedvaten waar het infuus in heeft gezeten
- donkerder worden van de handlijnen en nagels
- gemakkelijk scheuren of afbrokkelen van de nagels en in een enkel geval zelfs volledig uitvallen
- dwarse strepen op de nagels
- blauwachtige verkleuring van de huid/lippen door te weinig zuurstof in het bloed
Advies:
- probeer felle zon te vermijden
- gebruik altijd een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (30 of hoger)
- om de vlekken te verbergen kan er in overleg met de dermatoloog camouflerende crème worden gebruikt
- houd je nagels kort
- gebruik geen acetonhoudende nagellakremover
- het gebruik van speciale nagelverhardende lak kan goed helpen
- kringen onder de ogen, vlekken, huidverkleuringen en kleine littekens kun je verhelpen met een camouflagestick; kies een kleur die het dichtst bij je eigen huidskleur ligt.
Huiduitslag
Door de behandeling kun je huiduitslag krijgen. We spreken van uitslag wanneer er op de huid bepaalde veranderingen optreden zoals roodheid, vlekken, puisten, pukkels of blaasjes. Dit kan optreden over de gehele huid of in de vorm van een plaatselijke uitslag.
Een veel voorkomende vorm van huiduitslag is een allergische reactie op medicijnen. Netelroos is daar een voorbeeld van. Een ander woord voor netelroos is galbulten. De allergische reactie uit zich door een jeukende, rode uitslag. Deze huiduitslag is vergelijkbaar met de huiduitslag na contact met een brandnetel. Klachten bij huiduitslag zijn:
- roodheid van de huid
- jeuk
- bultjes
- verdikte huid
- overgevoeligheidsreactie/allergische reactie (in de vorm van gordelroos of netelroos)
Advies:
- huidreacties kunnen verergeren door de blootsteling aan zonlicht. Vermijd daarom fel licht op de huid en bescherm de huid met kleren en zonnebrandcrème.
- verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. Ze zijn zonder recept verkrijgbaar.
- voorbeelden voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
- voorbeelden voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
- metholgel kan de huid verkoeling geven
Jeuk
De behandeling kan jeuk geven. Heb je ergens jeuk, dan heb je de drang geeft om te krabben of te wrijven. Klachten door jeuk kunnen zijn:
- roodheid
- uitslag van de huid
- onrustig gevoel
- slecht slapen
Advies:
- probeer niet te krabben; concentreer je op iets anders
- knip je nagels in elk geval heel kort en houdt ze schoon
- jeuk wordt soms erger door warmte of door contact met kleding of beddengoed; probeer hier rekening mee te houden
- verzachtende en beschermende crèmes en zalven bevatten geen werkzame bestanddelen, maar ze houden de huid wel soepel en voorkomen verdere uitdroging van de huid. Klachten als jeuk, schilfering, kloven en branderige plekken verminderen door deze middelen. Ze zijn zonder recept verkrijgbaar.
- voorbeelden voor een niet al te droge huid: lanettecrème en cetomacrogolcrème
- voorbeelden voor een erg droge huid: vaseline lanettecrème en vaseline cetomacrogolcrème
- mentholgel kan een verkoelend effect geven op de huid
Tintelingen en doof gevoel in vingertoppen en tenen
Als gevolg van de behandeling kun je last krijgen van tintelingen en/of een doof gevoel in vingers en tenen. Dit is het gevolg van irritatie van zenuwuiteinden. Tussen de kuren door verbetert dit vaak weer. Bij de volgende kuur wordt gevraagd of het helemaal hersteld is. Indien je nog klachten van tintelingen of een doof gevoel hebt bij start van de volgende kuur dan kan dit een reden zijn om de dosis te verminderen of zelfs helemaal te stoppen. De tintelingen kunnen verergeren door blootstelling aan koude. Deze klachten kunnen ook na de behandeling blijven bestaan.
Haaruitval (grote kans op)
De behandeling die je krijgt veroorzaakt haaruitval. Niet alleen je hoofdhaar, maar ook je wenkbrauwen, wimpers, oksel-, lichaams- en schaamharen kunnen uitvallen. Je kunt zelf niets doen om de haaruitval te voorkomen. In de meeste gevallen is de haaruitval tijdelijk.
Haaruitval begint meestal enkele weken na toediening van de eerste kuur. Voorafgaand aan de haaruitval kan een gevoelige of pijnlijke hoofdhuid optreden. Het kan prettig zijn om een hoofddeksel te dragen, omdat je via een kale hoofdhuid veel warmte verliest. Als je een pruik wilt bestellen, kun je dat het beste doen vóór je haaruitval heeft. Dan kan de kapper de pruik goed afstemmen op je eigen kleur en model. De casemanager kan je adviseren en indien nodig de machtiging voor de pruik geven. Na de laatste kuur begint je haar na ongeveer een maand weer te groeien. Meestal is er na enkele maanden weer een goed herstel van de haargroei. Wanneer je haar weer aangroeit kan het, vaak tijdelijk, anders zijn dan je oorspronkelijke haar.
Allergische reactie
Door de behandeling kun je een allergische reactie krijgen. De medicijnen worden door het lichaam als een lichaamsvreemde stof gezien en hierdoor kan een allergische reactie ontstaan.
Een allergische reactie begint vaak met:
- Roodheid en huiduitslag, soms met jeuk over het hele lichaam
- Verwijding van de bloedvaten
Later kunnen de volgende verschijnselen optreden:
- Duizeligheid en bloeddrukdaling
- Kortademigheid
- Bleekheid
- Gezwollen oogleden en opgezet gezicht
- Rillen
Advies:
Wanneer je jezelf tijdens of direct na toediening van het infuus anders voelt dan normaal dan moet je dit direct melden bij de verpleegkundige.
Een allergische reactie treedt meestal op tijdens de toediening in het ziekenhuis en kan goed behandeld worden met aanvullende medicijnen. De klachten verdwijnen na behandeling snel.
Irritatie en/of ontsteking van het mondslijmvlies
Bij geïrriteerde slijmvliezen van de mond kunnen de klachten variëren van overgevoeligheid van het mondslijmvlies tot ontstekingen. Daarom is een goede mondverzorging erg belangrijk. Ondanks goede hygiëne kan het gebeuren dat je niet meer kunt poetsen door pijnlijke plekjes en blaartjes; neem dan contact op met het ziekenhuis. Een bezoek aan de mondhygiënist kan raadzaam zijn, alvorens te starten met chemotherapie. Dit om de staat van je gebit en mondslijmvlies te beoordelen.
Op www.voedingenkankerinfo.nl/voedingstips-bij-een-pijnlijke-mond/ staan tips en adviezen bij een ontsteking van het mondslijmvlies.
Infecties
Door de behandeling bestaat een verhoogde gevoeligheid voor infectie. Door het onderdrukken van het afweersysteem worden koorts en tekenen van infecties onderdrukt. Soms kan het voorkomen dat je niet of minder snel in de gaten hebt dat je een infectie ontwikkelt. Als je een infectie krijgt, heb je vaak last van vermoeidheid en een algemeen ziek gevoel.
Een infectie betekent het binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen in het lichaam die zich hier vermenigvuldigen. Voorbeelden van deze micro-organismen zijn virussen, bacteriën, parasieten en schimmels.
Bekende voorbeelden van infecties zijn:
- urineweginfectie (bijv. blaasontsteking)
- luchtweginfectie (bijv. keelontsteking of longontsteking)
- buikgriep
- infectie onder de huid
- koortslip
Advies:
- vermijd contact met zieke mensen en grote groepen
- zorg voor een goede lichaamshygiëne
- zorg voor een goede mondverzorging door 4x per dag de tanden te poetsen en de mond regelmatig te spoelen
- bij een temperatuur boven de 38,5 ºC moet je direct contact opnemen met je behandelend arts of verpleegkundige
Vermoeidheid/verminderde energie
Je kunt merken dat je tijdens de behandeling minder energie heeft, sneller vermoeid raakt en emotioneel kunt zijn. Houd hier rekening mee in je dagelijks leven; neem voldoende tijd om te rusten, maar probeer rust wel af te wisselen met activiteiten. Dagelijkse activiteiten kun je gewoon blijven doen, misschien moet je het tempo wat aanpassen. Je mag gewoon blijven werken als dat voor jou mogelijk is.
Het is belangrijk dat je voldoende blijft bewegen tijdens de therapie. Een (oncologisch) fysiotherapeut kan je hierbij helpen. De oncologiefysiotherapeut onderzoekt, behandelt en begeleidt mensen met kanker met lichamelijke en psychische klachten. Klachten die komen door kanker of de behandeling ervan. Bijvoorbeeld spanningsklachten, pijn, verminderde beweeglijkheid, verstoorde lichaamsbeleving, verminderde spierkracht, conditieverlies en vermoeidheid.
De oncologiefysiotherapeut kan adviezen geven over het bepalen van je grenzen en het opbouwen van je conditie. Ook kan de oncologiefysiotherapeut helpen bij het aanleren van zelfmanagement en bij het bewegen (oefenen en trainen). Hoe lang en hoe vaak je naar de fysiotherapeut gaat, hangt af van je doel en mogelijkheden.
Raadpleeg de website verwijsgidskanker.nl of fyneon.nl om een oncologisch fysiotherapeut bij jou in de buurt te vinden. De casemanager kan je hierbij helpen. Ook op www.voedingenkankerinfo.nl/beweegoefeningen-thuis/ vind je enkele tips over bewegen bij kanker.
Vergoeding van de zorg is afhankelijk van uw zorgverzekering. Vraag hiernaar bij je zorgverzekeraar. Je hebt voor een oncologiefysiotherapie meestal geen verwijzing nodig.
Blaasproblemen
Door de behandeling kunnen blaasproblemen ontstaan door beschadiging of irritatie van de blaaswand.
Blaasontsteking
Door de behandeling kunnen blaasproblemen ontstaan door beschadiging of irritatie van de blaaswand. Door beschadiging van de blaaswand kunnen er meer bacteriën in de blaas voorkomen die gaan ontsteken, met een blaasontsteking tot gevolg. Je kunt de volgende klachten krijgen:
- (brandende) pijn bij het plassen
- pijn in de onderbuik
- bloed of bloedstolsels bij de urine
- vaker plassen
- niet goed kunnen plassen
- vaak moeten plassen en vaak aandrang hebben, terwijl de blaas niet vol is
- slecht en sterk ruikende of troebele urine.
Advies:
- drink veel, anderhalf tot twee liter per dag (16 kopjes of 14 bekers per dag). Dit zorgt voor een natuurlijke doorspoeling.
- plas regelmatig. Dit spoelt de bacteriën naar buiten zodat deze zich niet aan de blaaswand kunnen hechten.
- houd de plas niet op, maar ga bij aandrang gelijk naar het toilet.
- zorg voor warme kleding; vooral het onderlichaam en de voeten moeten warm blijven.
- zorg voor een goede hygiëne. Voor vrouwen: reinig het onderlichaam van voren naar achteren om te voorkomen dat bacteriën in de plasbuis terechtkomen. Was daarna zorgvuldig de handen.
- plas direct na het vrijen.
- de vagina is zelfreinigend. Gebruik daarom geen zeep bij het wassen van de vagina.
- een bekkenbodemfysiotherapeut kan helpen bij plasklachten.
Neem contact op met de behandelend arts als je een van de volgende klachten hebt:
- als er bloed bij de urine te zien is
- als je pijn hebt bij het plassen
- bloed in urine
Stoffen in medicijnen kunnen de urine doen verkleuren (rood of blauwgroen). De verkleuring is onschadelijk, is tijdelijk en verdwijnt meestal spontaan enkele dagen na de toediening.
Urineverlies
Door de behandeling met bepaalde medicijnen kun je last krijgen van ongewild verlies van urine. Klachten die kunnen optreden zijn:
- irritatie van slijmvliezen en huid in de schaamstreek
- blaasontsteking
- onaangename geur, schaamte
- problemen met intimiteit en seksualiteit
Advies:
- ga elke 2 à 3 uur plassen, ook als er geen aandrang is
- overleg met je arts of er gestart worden met een blaastraining
- je kunt worden doorverwezen naar een incontinentieverpleegkundige, zij kan je advies geven over het gebruik van incontinentie materiaal
- vermijd plastabletten en middelen die het plassen bevorderen, zoals koffie en alcohol
- maak gevoelens van schaamte bespreekbaar
- verzorg de huid rondom je schaamstreek goed om te voorkomen dat deze stuk gaat
Invloed op seksualiteit
Ook tijdens de chemotherapie blijft geslachtsgemeenschap mogelijk. Als gevolg van ziekte of behandeling kun je minder of geen zin hebben in vrijen of geslachtsgemeenschap. Het is belangrijk dat je je wensen en verwachtingen op dit gebied bespreekt met je partner. Bij vragen op dit gebied kunt je terecht bij de hematoloog of casemanager.
Invloed op vruchtbaarheid (vrouw)
Chemotherapie kan je versneld, en dus op jongere leeftijd, in de overgang brengen. Sommige vrouwen hebben tijdens de behandeling een veranderde cyclus, maar menstruaties kunnen ook helemaal wegblijven. Na afronding van de chemotherapie kan de menstruele cyclus zich weer herstellen, maar de mogelijkheid bestaat ook dat je door de behandeling in de overgang bent gekomen en daarmee dus onvruchtbaar wordt.
Het risico op vervroegde overgang hangt af van je leeftijd, de soort chemotherapie en de totale hoeveelheid ervan. Indien je een kinderwens hebt, is het belangrijk dat je dit voor start van de behandeling met je hematoloog of casemanager bespreekt. In sommige situaties zijn er interventies die de kans op onvruchtbaarheid verkleinen. Mogelijk is een verwijzing naar de fertiliteitsafdeling zinvol.
Het is ingrijpend om door deze behandeling mogelijk onvruchtbaar te worden. Het is daarom belangrijk al je vragen over dit onderwerp te bespreken met uw hematoloog of casemanager.
Invloed op vruchtbaarheid (man)
Chemotherapie kan verminderde vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid tot gevolg hebben. Het heeft effect op de productie van zaadcellen en op de kwaliteit ervan. Hierdoor kan het aantal zaadcellen in het sperma afnemen en wordt hun beweeglijkheid aangetast. Onvruchtbaarheid staat los van impotentie.
Indien het sperma voor aanvang van de behandeling van goede kwaliteit is, is het mogelijk om sperma in te vriezen om later bij kinderwens (en gebleken onvruchtbaarheid) dit te kunnen gebruiken voor het tot stand brengen van een zwangerschap. Het invriezen van sperma gebeurt voorafgaand aan de start van de behandeling.
Specifieke bijwerkingen en aandachtspunten Prednisolon
- kan de eetlust verhogen
- kan stemmingswisselingen geven
- kan bij aanleg voor suikerziekte de bloedsuikers (tijdelijk) verhogen
- kan vocht in het lichaam vasthouden
- soms hebben mensen ten gevolge van prednisolon wat moeite met inslapen
- na het stoppen van de prednisolon kun je jezelf wat lusteloos voelen
Uitscheidingsproducten
In de dagen na de chemokuur verlaten de afvalstoffen van de chemotherapie het lichaam. Dat gebeurt bijvoorbeeld via je ontlasting, urine, zweet en braaksel. In de periode dat de chemo je lichaam verlaat, kunnen jij en anderen het best niet te veel in contact te komen met dit lichaamsvocht. Gedurende dag 1 t/m 5 is dit bij deze kuur het geval.
Enkele tips en adviezen:
- Je hoeft lichamelijk contact met je naasten niet te vermijden. Een hand geven aan bezoek is geen bezwaar. Knuffelen of het geven van een zoen is niet schadelijk.
- Persoonlijke hygiëne is belangrijk om contact met afvalstoffen van de chemotherapie via uw uitscheidingsproducten te minimaliseren. Wij adviseren je om 1x per dag onder de douche of in bad te gaan en goed je handen te wassen na je toiletbezoek.
- Je mag elk toilet gebruiken.
- Advies is aan mannen om zittend te plassen, dit veroorzaakt minder spatten.
- Verwijder eventuele druppels op de toiletbril deppend met droog toiletpapier.
- Spoel het toilet na gebruik 2x door met (indien aanwezig) gesloten deksel.
- Het is niet bekend of en in welke mate chemotherapie opgenomen wordt in het sperma of het slijmvlies van de vagina. Gebruik daarom gedurende de risicoperiode bij het vrijen een condoom.
Op www.kanker.nl/soorten-behandelingen/chemotherapie/waar-je-op-moet-letten-na-de-chemotherapie/de-chemo-verlaat-je-lichaam-wat-nu vind je meer adviezen met betrekking tot afvalstoffen in uitscheidingsproducten na chemotherapie.
Redenen om te waarschuwen
- Bij de volgende klachten dien je nog dezelfde dag contact op te nemen met de afdeling.
- Koorts boven de 38,5°C .
- Koude rillingen.
- Langdurig bloedneuzen (langer dan 30 min).
- Blauwe plekken, zonder dat je bent gevallen of je hebt gestoten.
- Aanhoudend bloeden van een wondje (langer dan 30 min.).
- Bloed in de ontlasting of urine.
- Plotselinge huiduitslag.
- Menstruatie langer dan 5 dagen en veel heftiger dan normaal.
In het weekend, ‘s avonds of ‘s nachts kun je contact opnemen met de afdeling oncologie.
Geef altijd duidelijk aan wat er aan de hand is en vermeld dat je een patiënt bent die een chemotherapie behandeling ondergaat.
Bij de volgende klachten waarschuwen:
- Braken, langer dan 24 uur.
- Diarree, langer dan 28 uur.
- Obstipatie (verstopping), langer dan twee tot vijf dagen.
Als je twijfelt of je jezelf onzeker voelt over bepaalde klachten die je hebt, neem ook dan contact op met uw specialist, afdeling oncologie of je huisarts.
Belangrijke telefoonnummers
Anna Ziekenhuis
- Algemeen nummer: 040 - 286 4040
- Afdeling Oncologie: 040 - 286 4847 (24 uur per dag).
U kunt vragen naar uw casemanager of hematoloog.
Bij vragen rondom chemokuur en/of bijwerkingen, altijd contact opnemen met de afdeling oncologie.
Poliklinieken
- Polikliniek Interne geneeskunde: 040 - 286 4873
Dagbehandeling afdeling Oncologie
- Van maandag t/m vrijdag van 7.30-17.00: 040 - 286 4228
Wanneer u op de dag van de geplande chemokuur onverwachts ziek bent (diarree, koorts, verkouden enz), bel dan s.v.p. voor 8.00 uur met de afdeling (040 - 286 4847). Wij kunnen dan met de arts overleggen of het verantwoord is om die dag de kuur wel of niet te geven, of dat het beter voor u is om de behandeling uit te stellen.