“We zetten het wiegje naast zijn bed, zodat hij zijn kleinkind van dichtbij kon ontmoeten.”
Wist je dat we in het Anna Ziekenhuis een stiltecentrum hebben? Vroeger was dat vooral een katholieke plek, maar tegenwoordig kan iedereen er terecht voor een moment van stilte en bezinning. Lia Koppens is onze geestelijk verzorger en voor collega’s van het Anna ook consulent (medische) ethiek.
“In het stiltecentrum is ruimte voor alle wereldreligies, spiritualiteit en rituelen die steun geven. Ik zoek altijd naar iets dat past bij de ervaringen en achtergronden van mensen. We maken gebruik van passende symbolen en rituelen die dat ondersteunen en die horen bij het geloof van die persoon, zoals de ziekenzegening en -zalving. Het is heel bijzonder om mensen op die manier bij te staan.”
Een van de meest bijzondere herinneringen heb ik aan een ongeneeslijk zieke man, in de laatste dagen van zijn leven. Op hetzelfde moment was zijn schoondochter opgenomen op onze afdeling verloskunde. Het was maar de vraag of hij zijn nieuwe kleinkindje nog zou zien. Moeilijk te bevatten ook voor zijn zoon, die letterlijk en figuurlijk heen en weer pendelde tussen de geboorte van zijn kindje en het afscheid van zijn vader.”
“Ik had al contact met deze meneer en zijn familie. Hij had aangegeven dat hij graag de ziekenzalving wilde ontvangen. En toen werd zijn kleinkind geboren. We hebben zijn bed en het wiegje naast elkaar gezet voor het ritueel, zodat hij met zijn hand het kindje kon aanraken. De familie stond rond het bed voor de zalving, het werd een soort viering van een liefdevol welkom in deze familie en tegelijkertijd een liefdevol afscheid van deze echtgenoot, vader en opa.”
“Toen deze man de zegening had ontvangen, gaf hij het kindje zelf een kruisje op het voorhoofd. Dat was zo’n betekenisvol moment. Ook voor zijn zoon, de jonge vader, die helemaal niet zo gelovig was. Hij gaf zijn kleinkind met dit gebaar alle goeds mee voor het leven, terwijl hij zijn eigen leven afsloot. Het was heel ontroerend om bij te zijn. Twee dagen later overleed hij. En ik kreeg van de familie een enorme bedankt-kaart. Wat is dit toch bijzonder werk.”