“De arts palliatieve geneeskunde zag hoe mijn man zich écht voelde”
Toen Moniques man Rolf met rugklachten naar de huisarts ging, hadden ze beiden niet kunnen denken dat het om uitgezaaide longkanker ging. Rolf streed hard, maar kon niet meer beter worden. In zijn laatste levensfase werden hij en Monique geholpen door het team palliatieve zorg van het Anna.
In het huis van Monique valt direct een foto van Rolf op: hij kijkt breed lachend in de camera. “Dat was typisch Rolf”, vertelt Monique. “Hij was áltijd vrolijk en positief, zelfs toen hij ernstig ziek werd.” Voordat Rolf de diagnose longkanker kreeg, dachten de artsen aan ischias, zenuwpijn in de rug en benen. Uit een MRI-scan bleek dat zijn klachten voortkwamen uit longkanker, met uitzaaiingen in de botten. “Dat was heftig om te horen, maar de échte klap kwam later: de chemobehandelingen, bestralingen en immuuntherapieën hielpen niet genoeg. We moesten accepteren dat Rolf niet meer beter zou worden.”
Samen alles uit het leven halen
Meteen stoppen met de behandelingen wilde Rolf niet. Hij maakte de immuuntherapieën af die nog gepland stonden. “Daarna was de strijd voor hem gestreden”, vertelt Monique. “Ook toen bleef hij positief. Hij wilde nog zoveel mogelijk van het leven genieten en er samen alles uithalen. We gingen elke week dichtbij huis lunchen en hadden geweldige weekendjes weg met de kinderen en kleinkinderen. Er zijn voor elkaar, dat was het belangrijkste.”
Het palliatief team luistert naar je wensen
In die tijd werd Rolf thuis verzorgd en in het Anna Ziekenhuis, waar hij 2 keer met een longontsteking terechtkwam. “In het ziekenhuis kreeg Rolf palliatieve zorg. Ik wist daar niet veel van. Ik kende alleen de term palliatieve sedatie, waarvan je wel schrikt. Nu weet ik dat het team palliatieve zorg verder kijkt dan het behandelen van de ziekte. Ze zien de patiënt én de partner als mens, denken met je mee en helpen om medicatie te vinden die hopelijk de pijn kan verlichten en het proces zo dragelijk mogelijk maakt. Ze staan altijd voor je klaar en begeleiden je op moeilijke momenten.” Monique licht dat toe met een voorbeeld: “Rolf was een vrolijke man. Toch wist de arts palliatieve geneeskunde, Anneke Witziers, daar doorheen te kijken. “Jij hebt hartstikke veel pijn, of niet?”, vroeg ze dan, om vervolgens te kijken hoe ze dat kon verminderen. Dat vond ik zó knap.”
Iedereen heeft een heel groot zorghart
Het team palliatieve zorg is er niet alleen voor de patiënt, maar ook voor de omgeving. Bijvoorbeeld voor iemands partner of familie. Monique: “Ik vergeet nooit meer hoe ik na een bezoek aan Rolf door de gang van het ziekenhuis liep en toevallig onze arts palliatieve geneeskunde tegenkwam. Ze zag meteen dat het niet goed met me ging en nodigde me uit om te praten. Dat hoefde ze niet te doen, maar deed ze tóch. Dat zegt iets over haar. Voor iedereen in dit team geldt dat ze een héél groot zorghart hebben.”
Ketting is een teken van verbinding
Bijna een jaar na zijn diagnose overleed Rolf thuis. “Onze kinderen en ik waren bij zijn afscheid. We hebben allemaal nog iets kunnen zeggen…” Na een korte stilte pakt Monique haar ketting vast. “Toen mijn man al ziek was, ontwierp hij samen met onze dochter dit sieraad. Het is een teken van onze verbinding. Zo heb ik Rolf iedere dag bij me.”
Lees ook de andere verhalen